Formule 1 in 1978: Ter land, ter zee en in de lucht

In 1978 begint het formule I seizoen al vroeg. Al op 15 en 29 januari wordt er respectievelijk in Argentinie en Brazilie geraced. Clay Regaz...

In 1978 begint het formule I seizoen al vroeg. Al op 15 en 29 januari wordt er respectievelijk in Argentinie en Brazilie geraced. Clay Regazzoni (op de foto hierboven)  is op het laatste moment gecontracteerd door Shadow, dat bijna met twee teams aan de start staat. Er rijden twee stokoude McLarens en een Lotus mee. Arturio Merzario heeft een eigen auto gebouwd. Het kan allemaal nog eind jaren '70.

Een conflict tussen teameigenaar Don Nichols, teammanager Jackie Oliver en de Italiaanse sponsor Ambrosio zorgt voor een opvallend conflict. Ambrosio heeft zo zijn voorkeuren voor rijders en wappert driftig met Lires. Oliver zag geld en stelde voor om met twee verschillende renstallen te starten.

Ondertussen had hij samen met Ambrosio de rijders Patrese en Nillson al gecontracteerd. Nichols heeft als teameigenaar het laatste woord, ziet niets in het plan. Ambrosio verdwijnt inmiddels achter de tralies en Oliver zit met twee rijders die hij nu probeert te slijten bij Ensign.

Meer fratsen

Het zijn niet de enige fratsen die de renstallen uithalen. Ook de Formule I hangt eind jaren '70 nog van toeval aan elkaar. Veel coureurs zijn hobbyisten die via sponsors aan de start komen. Arturio Merzario spant wat dat betreft de kroon, hij komt met een zelf ontworpen auto. Die kennelijk de keuring overleeft. Iets wat tegenwoordig ondenkbaar zou zijn. 

Dat laat onverlet dat de meeste coureurs veel klasse hebben. De Formule I is echter nog erg onveilig. Juist omdat vrijwel iedereen zich kan inschrijven, zelfs met oude modellen, is de kans op ongelukken groot. In 1978 wordt daar paal en perk aan gesteld. De zogenaamde A-licentie doet zijn intrede. Coureurs kunnen met behulp van geld niet meer zomaar instappen in de Formule 1. Er dient eerst wat gepresteerd te worden.

De inschrijvingen worden in de jaren '70 per race gedaan. Het kan dus zomaar zijn dat er in Europa andere auto's rijden dan in Zuid-Amerika. Of dat er na vier races geruisloos een racestal verdwijnt. Het geld is op, de sponsor stopt ermee of de eigenaar verdwijnt achter de tralies. Of een combinatie van dit alles.

Twee kleuren
Lotus rijdt met twee verschillende auto's. Mario Andretti rijdt in de traditionele kleuren van John Player special. Ronnie Petterson rijdt in een blauw gele bolide. Zijn auto wordt gesponsord door -jawel- een Zweedse caravanbedrijf.

Er rijden ook een aantal oude modellen mee. Zelfs twee stokoude McLarens. Opgekocht door een paar racefanaten. Opvallend is ook dat Ferrari twee bandenmerken heeft voor dit jaar. Zowel GoodYear als Michelin zullen banden leveren aan de Italiaanse renstal. 

Met Divina Galica is er ook een vrouw ingeschreven voor de eerste twee Grand Prix. Galica is ook een verhaal apart. De Engelse doet als alpineskiester mee aan drie Olympische Spelen (1964, 1968, 1972) en stelt haar gevoel voor snelheid nu dienst van de Formule 1.

De volgende raceteams staan in Zuid-Amerika aan de start:

• Brabham: Niki Lauda en John Watson
• Tyrell: Patrick Depailler en Didier Pironi
• Lotus: Mario Andretti en Ronnie Petterson
• McLaren: James Hunt en Patrick Tambay
• ATS: Jochen Mass
• Ferrari: Carlos Reutemann en Gilles Villeneuve
• Lotus/Wolf: Emmerson Fittipaldi
• Shadow: Hans Stuck en Clay Regazzoni
• Surtees: Vittorio Brambilla en Rupert Keegan
• Wolf: Jody Scheckter
• Ensign: Ricardo Patrese en Ronnie Nillson
• Hesketh: Divina Galica
• Ligier: Jaqcues Lafitte (Jean Pierre Jarier sluit later aan in het seizoen)
• McLaren: Emilio de Vilota en Brett Lunger
• Lotus: Hector Rebaque
• Merzario: Arturo Merzario

Meer nieuws van 1 januari 1978:

• Een doorbraak in de schaaktweekamp. Door bemiddeling van de Joegoslavische grootmeester Svetovar Gligoric zullen Kortjnoi en Spasski hun tweekamp hervatten.
• Johan Cruijff kondigt aan dat hij stopt met voetbal per 1 juli.

Bron: Het Vrije Volk/ 2 januari 1978