Alwéér een 'persconferentie en alwéér dezelfde vragen. De Telegraaf is op 30 december 1976 op de persconferentie van James Hunt en doet verslag van het festival waar de zeer populaire playboy Hunt het middelpunt is.
„Hello", roept James Hunt, gekleed in T-shirtje en spijkerjackie, waarna hij op zijn al wat versleten tennisschoenen doorloopt naar 'de groene tafel vol microfoons. Hij weet wat hem te wachten staat. Alwéér een 'persconferentie en alwéér dezelfde vragen. De Telegraaf is op 30 december 1976 op de persconferentie van James Hunt en doet verslag van het festival waar de zeer populaire playboy Hunt het middelpunt is.
„Dit gaat .nu zo weken achter elkaar door. Altijd dezelfde vragen, terwijl iedereen denkt dat hij een nieuwe heeft bedacht. Ik bewonder James dat hij dat allemaal nog zo volhoudt. We tellen de tijd momenteel in minuten.
Van de dag dat hij kampioen werd (24 oktober op het Japanse Fuji-circuit-CD) heeft hij amper vrij gehad. Ik heb zelfs al eens de speeches voor hem moeten doen. Hij was bijna zenuwziek. Helemaal op. ledereen wil hem zien en met hem praten. Elke wereldkampioen kent dat probleem, alleen is James een soort cultusfiguur. Hij is publiekelijk bezit geworden. Dat moet eens ophouden, want ergens moet het wel invloed op hem hebben”.
Aan het woord is Patrick McNeally, de manager van wereldkampioen Formule 1, James Hunt. Wereldkampioen zijn, brengt veel aandacht met zich mee. Maar naast wereldkampioen is Hunt ook een mooie jongen en een echte rokkenjager. In de jaren '70 ben je dan ook al opgejaagd wild.
De nieuwe status heeft hem niet veranderd, zegt Hunt zelf. Verontwaardigd: „Ik ben niet anders geworden! Het zijn de mensen, die mij opeens anders benaderen. Dat gevoel heb ik tenminste."
Het succes van Hunt gaat ten koste van zijn huwelijk met Suzy, die overigens al snel weer onderdak vindt bij acteur Richard Burton. Financieel gaat het hem ook goed. Het Marlboro/McLaren-contract levert hem 700.000 gulden op, terwijl van diverse reclameobjecten het geld eveneens binnenstroomt.
"Ik wil niet anders behandeld worden. Plotseling ben ik knapper en intelligenter. Ze zien je nu als een god, maar dat wil ik niet. Je wordt dan al gauw een onaardig mens. Daar moet ik erg voorzichtig mee zijn."
Hunt doet zijn best om dezelfde Hunt van vroeger te zijn, toen hij zich als brokkenpiloot in de Formule Ford en Formule 3 de bijnaam James Shunt toe eigende. Nog steeds is hij goed bevriend met zijn makkers uit die periode.
Als Hunt de Grand Prix op Zandvoort wint, viert hij die overwinning tot diep in de nacht in het tentenkamp. Daar immers vertoeven zijn vrienden, die geen hotel konden betalen.
"Ik vermaak mij nog steeds, ondanks alles"zegt Hunt. Persconferenties zoals deze op een doordeweekse decemberdag in Parijs, die hoeven helemaal niet van hem. Dat er in Parijs dan weer veel mooie meisjes wonen is dan weer meegenomen.
Manager McNeally, die zowel Hunt als Jackie Stewart goed kent: „Het zijn twee verschillende mensen. James geniet echt van het leven, terwijl Jackie meer een technicien is, die een klinische manier van leven leidde. James houdt van de mensen. Zet rustig 500 handtekeningen als hij dat nodig vindt". Het is de uitlaatklep voor de eenvoudige Hunt. De erkenning irriteert hem soms, maar het levert hem ook de adrenaline op waarmee hij prestaties kan leveren.
Bron: Telegraaf, 31 december 1976
„Dit gaat .nu zo weken achter elkaar door. Altijd dezelfde vragen, terwijl iedereen denkt dat hij een nieuwe heeft bedacht. Ik bewonder James dat hij dat allemaal nog zo volhoudt. We tellen de tijd momenteel in minuten.
Van de dag dat hij kampioen werd (24 oktober op het Japanse Fuji-circuit-CD) heeft hij amper vrij gehad. Ik heb zelfs al eens de speeches voor hem moeten doen. Hij was bijna zenuwziek. Helemaal op. ledereen wil hem zien en met hem praten. Elke wereldkampioen kent dat probleem, alleen is James een soort cultusfiguur. Hij is publiekelijk bezit geworden. Dat moet eens ophouden, want ergens moet het wel invloed op hem hebben”.
Aan het woord is Patrick McNeally, de manager van wereldkampioen Formule 1, James Hunt. Wereldkampioen zijn, brengt veel aandacht met zich mee. Maar naast wereldkampioen is Hunt ook een mooie jongen en een echte rokkenjager. In de jaren '70 ben je dan ook al opgejaagd wild.
De nieuwe status heeft hem niet veranderd, zegt Hunt zelf. Verontwaardigd: „Ik ben niet anders geworden! Het zijn de mensen, die mij opeens anders benaderen. Dat gevoel heb ik tenminste."
Het succes van Hunt gaat ten koste van zijn huwelijk met Suzy, die overigens al snel weer onderdak vindt bij acteur Richard Burton. Financieel gaat het hem ook goed. Het Marlboro/McLaren-contract levert hem 700.000 gulden op, terwijl van diverse reclameobjecten het geld eveneens binnenstroomt.
„ledereen denkt dat Niki anders is dan ik. Dat is niet waar. Hij houdt er ook van zich te amuseren. Hij moet zich alleen bij Ferrari serieus tonen: niet roken en drinken. In Italië is me gevraagd waarom ik wel en Niki niet rookt. Ik zei toen, dat Niki ook rookt, alleen stiekem in de toiletten.”
"Ik wil niet anders behandeld worden. Plotseling ben ik knapper en intelligenter. Ze zien je nu als een god, maar dat wil ik niet. Je wordt dan al gauw een onaardig mens. Daar moet ik erg voorzichtig mee zijn."
Hunt doet zijn best om dezelfde Hunt van vroeger te zijn, toen hij zich als brokkenpiloot in de Formule Ford en Formule 3 de bijnaam James Shunt toe eigende. Nog steeds is hij goed bevriend met zijn makkers uit die periode.
Als Hunt de Grand Prix op Zandvoort wint, viert hij die overwinning tot diep in de nacht in het tentenkamp. Daar immers vertoeven zijn vrienden, die geen hotel konden betalen.
Over doping: „Ik gebruik het niet, omdat ik de uitwerking niet ken. Ik ga dan misschien fouten maken en die kunnen 'me fataal zijn. Ik ken nu mijn grenzen."
"Ik vermaak mij nog steeds, ondanks alles"zegt Hunt. Persconferenties zoals deze op een doordeweekse decemberdag in Parijs, die hoeven helemaal niet van hem. Dat er in Parijs dan weer veel mooie meisjes wonen is dan weer meegenomen.
Manager McNeally, die zowel Hunt als Jackie Stewart goed kent: „Het zijn twee verschillende mensen. James geniet echt van het leven, terwijl Jackie meer een technicien is, die een klinische manier van leven leidde. James houdt van de mensen. Zet rustig 500 handtekeningen als hij dat nodig vindt". Het is de uitlaatklep voor de eenvoudige Hunt. De erkenning irriteert hem soms, maar het levert hem ook de adrenaline op waarmee hij prestaties kan leveren.
Bron: Telegraaf, 31 december 1976
COMMENTS