Op 9 december 1934 wordt De Meer geopend. Het stadion zou als vaste thuisbasis van Ajax vele successen meemaken. P upillen van Ajax vormen ...
Op 9 december 1934 wordt De Meer geopend. Het stadion zou als vaste thuisbasis van Ajax vele successen meemaken.
Pupillen van Ajax vormen in 1934 het woord van hun club bij de opening. De tribunes van De Meer zijn nog niet overdekt. Dat gebeurt later pas. Het maakt het stadion nog knusser.
De Meer was een bijzonder stadion. Er konden weliswaar 25.000 mensen zitten, toch leek het een klein stadion. Mensen zaten dicht op het veld. Ajax-spelers en tegenstanders hadden dat direct door.
Tegenstanders werden soms hatelijk en soms ludiek toegezongen. Supporters keken hun 'tegenstanders' letterlijk in de ogen. Maar ook medespelers moesten het soms ontgelden. Als Van 't Schip zijn dag weer eens niet had, of Ling, dan kon met name de harde kern de buitenspelers op de hak nemen.
De Meer is niet meer. 80 jaar na de opening is het Stadion al weer bijna 20 jaar dicht. Waar vroeger het beste elftal ooit (volgens het Engelse 4:4:2) zijn wedstrijden speelde, staan nu huizen. Het Johan Cruijfplantsoen, de Sjaak Swartweg, Het Rinus Michelsplein.
Is er ooit nog overwogen om van het Ajax stadion een museum te maken? Om die bak aan historie niet te slopen? Om de muurtjes waar de jonge Cruijff urenlang tegen de bal trapte te behouden? De kleedkamers die Cruijffs moeder schoonmaakte open te houden? Het bankje van Bobby Haarms? Het Perzisch tapijtje in de bestuurskamer waar Ton Harmsen steevast zijn sigaar as knoeide. Het kleine kantoor waar Van Gaal, Beenhakker en Michels zaten? De behandeltafel van Salo Muller?
Op het veld van De Meer staan nu huizen. Kinderen spelen op de plaats waar Johan Cruijff zijn lob plaatste. Auto's rijden voorzichtig langs de voormalige Reynolds-tribune. Een fietser zwengt uit naar links op de plaats waar Piet Keizer zijn beweging inzette. De unieke historie van Ajax is daar ontstaan waar nu het gewone leven heerst.
De Meer was een bijzonder stadion. Er konden weliswaar 25.000 mensen zitten, toch leek het een klein stadion. Mensen zaten dicht op het veld. Ajax-spelers en tegenstanders hadden dat direct door.
Tegenstanders werden soms hatelijk en soms ludiek toegezongen. Supporters keken hun 'tegenstanders' letterlijk in de ogen. Maar ook medespelers moesten het soms ontgelden. Als Van 't Schip zijn dag weer eens niet had, of Ling, dan kon met name de harde kern de buitenspelers op de hak nemen.
De Meer is niet meer. 80 jaar na de opening is het Stadion al weer bijna 20 jaar dicht. Waar vroeger het beste elftal ooit (volgens het Engelse 4:4:2) zijn wedstrijden speelde, staan nu huizen. Het Johan Cruijfplantsoen, de Sjaak Swartweg, Het Rinus Michelsplein.
Is er ooit nog overwogen om van het Ajax stadion een museum te maken? Om die bak aan historie niet te slopen? Om de muurtjes waar de jonge Cruijff urenlang tegen de bal trapte te behouden? De kleedkamers die Cruijffs moeder schoonmaakte open te houden? Het bankje van Bobby Haarms? Het Perzisch tapijtje in de bestuurskamer waar Ton Harmsen steevast zijn sigaar as knoeide. Het kleine kantoor waar Van Gaal, Beenhakker en Michels zaten? De behandeltafel van Salo Muller?
Op het veld van De Meer staan nu huizen. Kinderen spelen op de plaats waar Johan Cruijff zijn lob plaatste. Auto's rijden voorzichtig langs de voormalige Reynolds-tribune. Een fietser zwengt uit naar links op de plaats waar Piet Keizer zijn beweging inzette. De unieke historie van Ajax is daar ontstaan waar nu het gewone leven heerst.
COMMENTS